Bij de reconstructie van de eigendomsgeschiedenis van beide saten kan worden uitgegaan van de volgende ijkpunten:
Bij de veenverkopingen in 1552 verkopen Oeds Rommerts voor zichzelf en Harmen Eewerts en Alyt, echteluyden, het veen op de uitgang van sate 30 aan Pieter van Dekema. Sybrandt Teeckes en Griet Thyepckedr zijn verkopers op de westelijke helft van sate 31.
Het stemkohier van 1640 vermeldt voor sate 30 twee eigenaars: Jacob Jans en Douwe Douwes erfgenamen. Sate 31 is in het geheel eigendom van Jacob Jans.
In het stemkohier van 1698 zijn beide saten in het bezit van drie partijen, elk voor 1/3 deel: Gosse Wobbes als curator over Wisse Wobbes kinderen, dorpsrechter Halbe Boockes (geniaard door Jouck en Hans Lieuwes) en Roel Cornelis, Sicke Sytses, Wble Bientses, Wble Rommerts, allen nomine uxore en elk voor 1/12.
In enkele proclamaties die met sate 32 te maken hebben, zie aldaar, wordt Rienck Sybrandts genoemd als naastleger ten oosten en dus als eigenaar van sate 31. Hij is een zoon van de Sybrandt Teekez, die in 1552 een van de veenverkopers op 31 is. Jacob Jans is weer getrouwd met zijn dochter Auck Riencks, zij hebben dus hun helft van sate 30 en de hele sate 31 van hem geërfd.
In 1640 worden ook de erfgenamen van Douwe Douwes, de eigenaar van sate 32, genoemd als eigenaar van de helft van sate 30. Een link met in 1543 en 1552 gevonden namen is nog niet gelegd. In 1626 kopen Jacob Jans en Auck Riencks zeker westerse vierdepart van een zate te Wijnjeterp van Douwe Douwes en Wijdts Goeitie dr. voor 500 gulden en vele jaren later, in 1665 , voor 1200 gulden het resterende gedeelte in de kopers sate van de zes kinderen van Douwe Douwes, met welke aankoop de gehele dubbele sate in handen van één eigenaar is gekomen.
Het eigendom van deze grote sate gaat later over op (de nakomelingen van) de drie kinderen van Jacob en Auck: Griet, getrouwd met Lieuwe Sytses, Jan en een niet met voornaam aangetroffen dochter die met Wisse Wobbes was getrouwd.
De namen van de eigenaren in 1698 kunnen inderdaad tot deze verdeling worden herleid. Zo zijn de vier mannen die nomine uxore (namens hun vrouw) elk eigenaar zijn van 1/12e deel inderdaad met vier zusters, dochters van Griet Jacobs en Lieuwe Sytses, getrouwd. De beide dochters van Jan Jacobs hebben in 1691 hun derde deel verkocht aan Halbe Boockes. Het erfdeel van de kinderen van Wisse Wobbes en de dochter van Jacob Jans wordt beheerd door hun oom Gosse Wobbes.
De voorouders van Auck Riencks zijn te vinden op de stamboom Sybrandt. Haar nageslacht kan als volgt in kaart worden gebracht:
VIERDE GENERATIE
S1121. Auck Riencks, trouwt Jacob Jans, samen in 1640 eigenaar 30/31
VIJFDE GENERATIE, geb. rond 1590:
S11211. N. Jacobs x Wisse Wobbes, hun kinderen in 1698 voor 1/3 eigenaar
S11212. Jan Jacobs, overl. voor 1679, tr. Wimcke Annes
S11213. Griet Jacobs x Lieuwe Sytses, boer op Lippenhuizen 22
ZESDE GENERATIE, geb. rond 1620:
S112111. Broer Wisses, in 1718-1768 mede-eigenaar
S112112. Wobbe Wisses
S11212. Antie Jans tr. Carst Suarts, kinderen verkopen in 1691 1/6 deel
S11212. Auckien Jans tr. Luitien Hendriks, verkopen in 1691 1/6 deel
S112131. Sytske Lieuwes, tr.1 Jelcke Geuckes, tr.2 Sicke Sijtses, molenaar te Lippenhuizen, in 1698 voor 1/12 eigenaar
S112132. Jouck Lieuwes, tr. Roel Cornelis, gebruiker, in 1698 voor 1/12 eigenaar, verkopen in 1699
S112133. Hans Lieuwes, tr. Uble Bientses, in 1698 voor 1/12 eigenaar, verkopen in 1699
S112134. Wimke Lieuwes, tr. Uble Rommerts, in 1698 voor 1/12 eigenaar
In de uitgebreide verkoopakte van 1691 staan ook de bezittingen vermeld die blijkbaar onder de sate hoorden:
2 volle stemmen en een legersteed op het kerkhof
een 3e deel van 1 mad marschen op Sweitse Roosma zate, mandelig met Sweitse vs en Aise Annis, met reed over Sweitse's landen tot de lijkweg
2 mad in de Knolhernen, mandelig met wln. Meinte Jeips erfg en de wezen van Wisse Wobbes
een mad maden bij de Suweins weg, mandelig met Sijbren Harmens erfg.
4 mad bij de Holtpolle
8 mad Bexterwarren
ruim 4 mad in Banne Kamp
6 mad Bovengeeuw
1 1/2 mad in de Bovengeeuw, gelegen omtrent de Blauwe Kamp
Op 18 juni 1697 procederen Halbe Boockes en Jouck en Hans Lieuwes met hun echtgenoten tegen elkaar voor het gerecht van Opsterland. Aanleiding zal het geschil rond de niaarstelling van de laatsten zijn.